Stap 1. Snijd de groente die je in je springrolls wilt doen. Ik koos voor komkommer, paprika, wortel en mais. Leg ze op een bordje of schaaltje.
Stap 2. Vul een pan met heel warm water. Zo warm dat je je handen net niet verbrand. Dus niet kokend water, maar wel zo warm mogelijk. Zet de pan op het aanrecht, of op tafel als je de rijstvellen aan tafel vult.
Stap 3. Leg 1 rijstvel in het water. Dit gaat misschien eerst eventjes moeizaam, omdat het vel wat groter is dan de pan, maar zodra het rijstvel in contact komt met het water, begint het al te weken en zakt het naar de bodem van de pan. Laat het rijstvel zo lang in de pan liggen tot het helemaal geweekt, zacht en transparant is.
Stap 4. Als het rijstvel aan bovenstaande eisen voldoet, haal je het uit de pan en leg je het op een snijplank, bord, of zoals in mijn geval op een sushirolmatje. Je ziet dat er een klein scheurtje in mijn rijstvel zit. Dit kan makkelijk gebeuren, want rijstvellen zijn erg dun. Een klein scheurtje is niet zo erg, als het een grotere scheur wordt kan je beter een nieuwe pakken.
Stap 5. Leg de vulling op het rijstvel. Leg deze een beetje aan het begin van het vel, zodat je straks goed kan rollen. Zorg dat je aan de zijkant een rand overhoudt die je straks als eerste over de vulling heen kan vouwen.
Stap 6. Vouw de rand over de vulling. Een geweekt rijstvel is heel plakkerig (maar niet als in: plakkerig aan je handen) dus als het eenmaal zit, zit het goed.
Stap 7. Rol het rijstvel nu verder op. Dit kan je doen door middel van een sushimatje, maar dit hoeft helemaal niet. Je kan hem ook gewoon met je handen rollen, geen enkel probleem.
Stap 8. Snijd de rol door midden
Stap 9. Serveer met een lekker sausje. Ik zelf vind het altijd heel lekker om de springrolls met Tamari of Shoyu te eten, maar je kan zelf allerlei lekkere dips maken natuurlijk.